Vier keer de Cuneratoren op in de herfstvakantie

In de herfstvakantie kunnen kinderen met hun ouders of volwassen begeleiders vier keer de Cuneratoren beklimmen. Dat kan van woensdagmiddag 26 oktober tot en met zaterdagmiddag 29 oktober. Om 14.30 uur neemt een gids van het Cuneragilde een groep mee naar boven.

Onderweg vertelt de gids hoe bouwvakkers zo’n toren bouwden zonder hulp van moderne liften en hijskranen. Je ziet bovenin de toren een gevangeniscel. Als het nodig was waakte daar soms ’s nachts een brandwacht over de stad. In de cel is een kleine open haard, want het kon er ijskoud zijn als de wind ’s winters door de toren blies.

Bij de klokken van het carillon hoor je over de ‘taal’ van de klokken. Dus als je drie klokken hoort beieren, dan weet je dat er een trouwerij is in de kerk. Hoor je alleen de zwaarste klok beieren, dan is er een uitvaart in de kerk. Vroeger verstonden mensen meer klokkentaal. Ze hoorden aan het beieren of de overledene een man was of een vrouw of kind.

Er zaten toen nog geen wijzerplaten aan de toren. Door de klokslagen te tellen wisten ze hoe laat het was. De klokkenluider gaf eerst een zogenoemde voorslag, om te waarschuwen: ‘let op en tel mee’. Vooral ’s avonds moest je opletten of je de ‘papklok’ hoorde. Want dan ging iedereen snel naar huis voordat de stadspoorten sloten. Die klok noemden ze zo omdat veel mensen voor ze naar bed gingen nog een laatste bord pap aten.

De klokkenluider kon iedereen in de omgeving waarschuwen, bijvoorbeeld voor naderend onweer, brand of ander onheil. Een toren van 500 jaar zit boordevol verhalen over het leven van ooit en over de vele rampen die toren en stad overkwamen. Een beklimming duurt ongeveer vijf kwartier.
Vanwege de veiligheid kunnen maximaal 20 mensen mee omhoog. Kaartjes zijn vanaf 13.00 uur te koop bij de balie van het Cuneragilde in de kerk: € 5 en € 2 t/m 12 jaar. Reserveren kan alleen in de kerk. De kerk is gratis te bezoeken op alle middagen van de torenbeklimming. Meer informatie: cuneragilde.nl

Vanaf de toren overzag de nachtwaker vroeger de hele stad.

(Foto: Martijn Clemenkowff)